Persbericht - Laat thuistaal toe op de speelplaats
44% van de scholieren wil dat leerlingen tijdens de pauzes in hun eigen taal mogen praten. Nog eens 33% staat neutraal tegenover de kwestie. Dat blijkt uit een bevraging bij meer dan 11.000 scholieren.
AALST - Vandaag, één september, trekt minister Weyts ‘het schooljaar van het Nederlands op gang’. Mauro Michielsen, voorzitter van de Vlaamse Scholierenkoepel, wacht hem op aan de schoolpoort van het VTI in Aalst. “Een mooi moment om de minister te laten weten dat we het eens zijn: het goed beheersen van het Nederlands is erg belangrijk. Máár… We zijn wel tegen een verbod van de thuistaal op de speelplaats. We vragen dan ook aan alle scholen om de regel uit hun schoolreglement weg te laten of die te schrappen.”
De Scholierenkoepel bevroeg dit voorjaar nog 11.072 scholieren. Daaruit bleek dat scholieren heel wat verschillende talen spreken: een op vijf (21%) van de bevraagde scholieren spreekt thuis een andere taal. Voor 8% is dat zelfs énkel een andere taal. “Voor die scholieren is die taal een deel van hun identiteit, net zoals het Nederlands dat ook is,” aldus Michielsen. “Een verbod op het spreken van thuistalen voelt voor hen vaak als een onderdrukking van een deel van wie ze zijn. Dat kan leiden tot minderwaardigheidsgevoelens, onzekerheid en het zich slecht in hun vel voelen. In sommige gevallen leidt het zelfs tot weerstand tégen het Nederlands en tégen de school zelf.”
“Scholieren begrijpen en benadrukken zelf het belang van het Nederlands als de standaardtaal tijdens de lessen,” aldus Michielsen. “Maar scholieren zijn wel voorstander van een positieve benadering van andere talen, zeker in een meertalige schoolcontext.” Zo wil 44% van de leerlingen dat leerlingen tijdens de pauzes in hun eigen taal mogen praten. Nog eens 33% staat neutraal tegenover de kwestie. (Bij de bevraagde leerlingen met een andere thuistaal zelf gaat het resp. om 55% en 25%.)
“Onderzoek toont bovendien dat het gebruik van je thuistaal in het onderwijs leerlingen kan helpen Nederlands beter te begrijpen en te leren*,” zo weet Michielsen. Want: “Een leerling die goed de thuistaal spreekt, zal een vreemde taal sneller oppikken. Het is voor ons belangrijk om dat ook zo te waarderen op school, door leerlingen in de pauze niet te verhinderen dat er al eens iets in de eigen taal gezegd wordt. Een verbod van thuistaal op de speelplaats staat hier haaks op. De Scholierenkoepel vraagt directies en schoolbesturen dan ook om het spreken van andere talen in de pauze toe te laten.”
* Bron: Onderwijsongelijkheid evidence-based aanpakken: Eentalige taalremediëring of meertalige taalvalorisering? Agirdag (2015)
Aanvullende cijfers
Als we vragen in welke mate dat scholieren vinden dat er op de speelplaats naast het Nederlands ook aandacht moet zijn voor de thuistaal van scholieren, dan zien we dat de meeste scholieren (44%) positief staan tegenover deze vraag. (29% gaat akkoord en 15% helemaal akkoord). 33% van de bevraagde scholieren is neutraal. Daarnaast stellen we vast dat 18% van de scholieren niet vindt dat er op de speelplaats aandacht moet zijn voor een andere thuistaal dan het Nederlands (11% gaat niet akkoord en 7% helemaal niet akkoord). 5% weet niet wat te antwoorden.
Ook bij deze vraag zien we andere antwoorden bij de 732 leerlingen die een andere taal spreken thuis dan het Nederlands. Meer dan de helft (55%) van deze bevraagde groep scholieren vindt dat er op de speelplaats aandacht moet zijn voor de thuistaal van leerlingen (28% gaat akkoord en 27% gaat helemaal akkoord met deze vraag). 25% van deze scholieren staan neutraal tegenover deze vraag. Daarnaast stellen we vast dat 13% van de scholieren niet vindt dat er op de speelplaats aandacht moet zijn voor een andere thuistaal dan het Nederlands, want 9% gaat niet akkoord en 4% gaat helemaal niet akkoord met de stelling. 7% weet niet wat te antwoorden.
Van de leerlingen die schoollopen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (379 bevraagde scholieren voor deze vraag) wil meer dan de helft (51%) aandacht voor de thuistaal van scholieren op de speelplaats (30% gaat akkoord en 21% gaat helemaal akkoord met deze vraag). 30% staat neutraal tegenover deze vraag. 16% vindt dat er op de speelplaats naast het Nederlands geen aandacht moet zijn voor een andere thuistaal van scholieren (10% niet akkoord en 6% helemaal niet akkoord). 4% weet niet wat te antwoorden. 3% weet het niet.