Brainstormen in 5 fasen

Brainstormen = ideeën bedenken?
Dit is maar een klein stapje in het hele proces. We loodsen je er doorheen in 5 stappen en 8 geboden.

Brainstormproces in 5 fasen

1. Verkenningsfase: Waar wil je het precies over hebben?
2. Ideeënfase: Ideeën bedenken
3. Selectiefase: Ideeën kiezen  
4. Planfase: Wat, waar, wie, wanneer, hoe?
5. Actiefase: Things get real!

1. Verkenningsfase

Maak het probleem of de vraag duidelijk. Het is belangrijk om te weten waar die ideeën voor dienen.

Bijvoorbeeld: Jullie willen een milieu-actie doen. Denk na over wat je precies bedoelt of wilt bereiken. De ene wil leerlingen bewust maken van hun eigen ecologische voetafdruk, de andere wil dat de school investeert in natuurvriendelijke producten.

Een voorbeeld van een concrete vraag is: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat meer leerlingen met de fiets naar school komen?

2. Ideeënfase

Dit is waar iedereen aan denkt bij het woord ‘brainstormen’. In deze fase is alles mogelijk. Hoe zotter hoe liever! Je stopt pas, als je echt een hele hoop ideeën hebt. Er bestaan een heleboel brainstormmethodes die je daarbij kunnen helpen.

3. Selectiefase

Je kiest het beste idee. Velen hebben de neiging om alle onrealistische ideeën meteen van tafel te gooien. Je kan ook de gekke ideeën aanpassen tot ze realistisch genoeg zijn. De COCD-box kan je helpen om keuzes te maken.

4. Planfase

In deze fase zet je het gekozen idee om in een plan. Hoe pak je het aan? Wie doet wat? Wanneer en waar zal het plaatsvinden? …
Ook daar zijn hulpmiddelen voor. Is het een kleine actie? Bekijk dan hoe je een snel-klaar-actie organiseert. Er bestaan ook tips voor acties waar je meer werk aan hebt.  

5. Actiefase

Hier valt niet zo veel over te zeggen. Gewoon knallen!

De 8 geboden tijdens het brainstormen

Hou je aan deze regels:

1. Zorg dat iedereen mee is van bij het begin.
2. Geen ‘ja, maar…’, alle ideeën zijn waardevol en zeker in het begin hoeven ze niet realistisch te zijn.
3. Hoe meer ideeën, hoe beter (niet stoppen bij het eerste goede idee)!
4. Respecteer de inbreng van iedereen.
5. Een leuk idee, maar niemand heeft zin om het uit te voeren? Dan begin je er best niet aan.
6. Zoek een aangename en ontspannen omgeving op.
7. Fantaseer verder op ideeën van anderen.
8. Zorg dat iedereen akkoord is vooraleer je overgaat naar de volgende fase.