Inspraak en participatie

5 manieren om grondig te evalueren

Om nog beter te worden in de toekomst, kijk je best regelmatig achteruit. Als je evalueert, bekijk je de vorige activiteit door de ‘wat kan er beter’-bril.

Om nog beter te worden in de toekomst, kijk je best regelmatig achteruit. Als je evalueert, bekijk je de vorige activiteit door de ‘wat kan er beter’-bril.

1) Kaarten

Elke deelnemer krijgt 4 kaartjes met één woord (gevoel) op. Hij mag de kaartjes bekijken. Tijdens het spel moet hij 4 dezelfde kaartjes bemachtigen die zijn gevoel bij de activiteit weergeven. Waarschijnlijk heeft hij deze kaartjes niet meteen gekregen. Hij schuift een kaart die hij niet kan gebruiken door naar zijn buur. Alle spelers doen dit op hetzelfde moment: iedereen geeft een kaart weg en krijgt er eentje. Wie vier dezelfde kaartjes heeft, klopt af. De speler die als eerste afklopte, geeft uitleg bij zijn gekozen woorden/gevoelens. Wat zou er moeten veranderen om dit gevoel (nog) beter te maken?

2) Evaluatiekaartjes

Op de grond liggen een 10-tal kaartjes verspreid. Op elk kaartje staat een cartoon, een foto of een ander prentje (verzamel misschien op voorhand enkele Boomerang-kaartjes in de cinema, op café...). Elke deelnemer kiest een kaartje dat volgens zijn gevoel past bij hoe hij een bepaald onderdeel van de activiteit (voorbereiding, communicatie...) evalueert. Daarna krijgt iedereen de tijd om zijn kaartjes toe te lichten. Zo wordt onderdeel per onderdeel geëvalueerd.

3) De vlieger

Iedere deelnemer schrijft op een blad papier zijn evaluatie. Daarna plooi je er een vlieger van en smijt je die in het rond. Iedereen zoekt een vlieger en leest wat er op het blad staat. Ben je het eens of oneens? We luisteren naar ieders mening. Wat kunnen we uit de vliegers besluiten?

4) Donker

Iedereen staat op één lijn en doet zijn/haar ogen dicht. De leider van het gesprek stelt een vraag over de activiteit (bv: 'de timing van onze activiteit zat goed'). Er wordt afgeteld en op 3 steekt iedereen zijn armen in de lucht. Hoog is goed/eens, laag is minder goed/oneens. Er wordt een foto getrokken en nadien wordt die besproken.

5) Verbeterkader

Met het verbeterkader kom je te weten hoe je je activiteit de volgende keer nog beter kan maken. Vooraf bepaal je op welke vragen je een antwoord wil (Bijvoorbeeld: hebben we iedereen bereikt die we wilden bereiken? Hoe verliep de communicatie? Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? Hoe hebben we samengewerkt?) Erna vul je het schema in dat je hier vindt:

Behouden: schrijf hier alles wat goed was en wat je volgende keer ook wil doen
Weglaten: wat was er niet ok en doen we niet meer
Aanpassen: wat kan er volgende keer beter
Toevoegen: wat hebben we gemist

Ontdek 5 manieren om snel te evalueren

Geschreven door
Anoniem
op
inspiratie
tools